Hofstad Catechismus – Vraag 7

 

Vraag 7: Wat eist God in de wet van ons?


Eeuwige, volmaakte, persoonlijke gehoorzaamheid; Dat we God lief hebben met heel ons hart, heel onze ziel, heel ons verstand en al onze krachten; en dat we onze naaste liefhebben als onszelf. Wat God verbiedt mogen we nooit doen, wat Hij gebiedt moeten we altijd doen.

 

 

Matteüs 22:37-40
Jezus antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. Dat is het grootste en eerste gebod. Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat’.

 

1. Intro

Laat iedereen even nadenken over de vraag: welke gevoelens roept ‘Gods wet’ bij je op? Probeer een beeld of metafoor te vinden dat naar jou gevoelen weergeeft wat Gods wet voor je betekent.
Laat ieder nu noemen welk beeld hij of zij gekozen heeft en dat kort toelichten.

 

2. Filmintro kijken

Bekijk het filmpje, gevolgd door een minuut stilte om iedereen er even over na te laten denken. Daarna is er kort gelegenheid voor hen die iets willen noemen uit het filmpje dat hem of haar geraakt heeft.

 

 

3. Bespreking

a. Eerst gered, dan de wet

Lees het volgende rijtje voor:

  • Als je de wedstrijd wint……. krijg je een medaille
  • Als je je werk hebt gedaan….. wordt je uitbetaald
  • Als je je goede cijfers haalt … vinden ze dat je het goed doet
  • Als je het goed doet …… zijn ze blij met je
  • Als je er goed uit ziet…. dan kijken ze naar je
  • Als je een prestatie levert… dan wordt je beloont

Bespreek nu samen hoe je de volgende zin af zou maken:

  • Als je je aan Gods wet houdt….. dan…………

In hoeverre past deze zin in dit rijtje?

Er zijn in grote lijnen twee manieren om je aan de geboden te houden

    a. je houdt je aan de geboden om geaccepteerd/gered te worden.
    b. je houdt je aan de geboden omdat je geaccepteerd/gered bent.

Werk samen beide manieren wat verder uit en geef voorbeelden. Welke manier is de jouwe? Wat zegt de inleiding van de tien geboden hierover (Exodus 20:1-2)? Wat werd er in het filmpje hierover gezegd?

 

b. Bijbelstudie Jeremia 31:31-34

Jeremia 30 en 31 worden wel het troostboek genoemd. Tegen de dreigende achtergrond van de ballingschap mag de profeet het beeld schetsen van een nieuwe toekomst:
Juda en Israël (dat op dat moment al 100 jaar in ballingschap is) zullen terugkeren uit ballingschap (30:3 en 31:31), David zal weer regeren (30:9), er zal absolute vrede en geluk zijn (31:12-14), Jeruzalem zal groter zijn dan ooit en nooit meer verwoest worden (31:38-40) en het oude verbond van de Sinaï zal vervangen worden door een nieuw en beter verbond (31:31-34).
De schrijver van de brief aan de Hebreeën citeert later deze profetie over het nieuwe verbond uitgebreid (Hebreeën 8:8-13 en 10:16-17) en wijst Jezus aan als degene die door zijn eenmalige en volmaakte offer dat nieuwe verbond heeft gerealiseerd.

  1. lees samen Jeremia 31:31-34
  2. bespreek in tweetallen de volgende vragen:
  • Wat betekent dit gedeelte voor de eerste lezers, die leefden in een donkere periode aan het begin van de ballingschap?
  • Wat wordt er beloofd?
  • Geldt deze belofte ook voor jou? Zo ja, wat zie je daar al van, en wat nog niet?

Bespreek nu in de hele groep wat jullie van dit Bijbelgedeelte geleerd hebben.

c. Gesprekspunten

  • God de wetgever is ook God de Schepper. Wat betekent dit voor jouw houding ten opzichte van Gods wet?
  • Jezus stierf aan het kruis. Wat betekent dit voor jouw houding ten opzichte van Gods wet?
  • Op Pinksteren is de Geest uitgestort. Wat betekent dit voor met jouw houding ten opzichte van Gods wet?
  • Is de wet ‘in je hart geschreven’ (Jeremia 31:33)? Licht je antwoord toe.
  • Het oude verbond schreef precies voor hoeveel je moest geven, wanneer je moest rusten, hoe je rein moest blijven, enz. Hoe is dat in het nieuwe verbond en welk effect heeft dat op jou/ op de gemeente?
  • Wat betekent het dat Jezus de wet vervuld heeft (Matteüs 5:17)?
  • Het evangelie van ‘Eerst gered, dan de wet!’ heeft op sommige mensen deze uitwerking: ‘Gehoorzaamheid is niet zo belangrijk, want we zijn toch al gered’. Hoe reageer jij daarop?
  • Merk jij dat de Heilige Geest je helpt en motiveert om God te gehoorzamen? Kun je voorbeelden noemen?

 

4. Gebed

 

Als je Gods wet leert kennen zal dat op twee manieren uitwerken in je gebed: je zult je schuld belijden en om vergeving vragen, én je zult bidden om Gods Geest om steeds meer te gaan leven zoals het bedoeld is.
Gebedssuggesties:

      1. Deel briefjes uit. Ieder denkt na over de vraag: Met welke zonden kamp ik geregeld? Op welke punten schiet ik vaak tekort en ga ik tegen Gods wil in? Welke zonden moet ik belijden?
        Vervolgens schrijft ieder die punten op zijn of haar briefje. Vervolgens krijgt ieder de gelegenheid om in een moment van stilte die zonden te belijden en om vergeving te vragen. Daarna wordt Jeremia 33:8 voorgelezen en krijgt iedereen gelegenheid om zijn of haar briefje in een vuurkorf te verbranden.
      2. Vorm groepjes van twee. Vertel elkaar kort een paar punten waarop je graag zou willen groeien in toewijding en gehoorzaamheid aan Gods wet. Bidt daarna voor elkaar.

 

Bijlage: achtergrondmateriaal

(bedoeld voor degene die de avond voorbereid, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)

 

Zie verder:

 

Het volk Israël is bevrijd uit de slavernij. God zorgde ervoor dat het volk uit Egypte kon vertrekken en ze konden veilig door de Schelfzee terwijl het vijandelijke leger van farao verdronk. Toen ze in de woestijn waren bleef God wonderlijk voor hen zorgen. Hij gaf water, Hij gaf manna en kwakkels. Toen de Amelekieten hen aanvielen gaf God de overwinning.
Dan komen de Israëlieten bij de berg Sinaï. God gaat de verhouding met zijn volk verder uitwerken. Hij gaat nog meer bekend maken wie Hij is én Hij gaat bekend maken wat hij verwacht van mensen die Hij gered en bevrijd heeft. Hij gaat het volk Israël zijn wet geven.
Dit is natuurlijk geweldig belangrijk. God gaat vertellen hoe het volk moet leven. Wat zou Hij te zeggen hebben? Maar minstens zo belangrijk als de inhoud van de wet, is het moment waarop die wet aan het volk Israël wordt bekend gemaakt. De Israëlieten zijn al lang en breed bevrijd, ze zijn al gered, en nú pas komt God met zijn wet naar de mensen toe. Het had ook anders gekund. Mozes had de stenen tafelen ook bij de brandende braamstruik kunnen krijgen. God had tegen Mozes kunnen zeggen: ‘Mozes, luister eens goed. Dit is mijn wet. Ik wil dat je deze wet bekend maakt aan de Israëlieten. Vertel ze dat ze heel precies moeten doen wat Ik tegen zeg, en als dat goed gaat dan zal Ik ze bevrijden uit de slavernij.’
Maar gehoorzaamheid aan de wet was geen voorwaarde om gered te worden uit de slavernij. God heeft het volk bevrijd. Punt. Hij heeft gezegd: Jullie zijn mijn eigendom, je hoeft het niet te worden, je bent het. Het volk had niks gedaan om dat te verdienen. Er is niets in die eerste hoofdstukken van Exodus te vinden waardoor wij gaan denken dat ze die bevrijding toch eigenlijk wel verdiend hadden. Helemaal niets. Pas in hoofdstuk 19 – als we ook nog eens de doortocht door de Schelfzee hebben gehad, de overwinning op de Amelekieten en wonderbaarlijke voedselvoorziening voor een mopperend volk – dán pas gaat God de wet aankondigen. En let op hoe dat gebeurt. God laat het volk eerst weer terugkijken. Jullie hebben gezien hoe ik tegen Egypte ben opgetreden, en hoe ik je op adelaarsvleugels gedragen heb en je hier bij mij hebt gebracht (Exodus 19:4). Op adelaarsvleugelen gedragen, dat is een duidelijk beeld: ze deden zelf helmaal niets. Alles hadden ze aan God te danken. Dat wordt nog eens duidelijk onder de aandacht gebracht. Eerst gered, dan pas de wet. Als die volgorde wordt omgedraaid – en het gebeurt helaas vaak – dan snijden we het hart uit het evangelie. Dan miskennen we dat onze God een God van genade is. Dan doen we alsof we bij God eerst iets moeten verdienen voordat we zijn kind mogen zijn. Dit is niet zomaar een misverstand, het is het evangelie op z’n kop. Het ís geen evangelie meer.

 

Genade of wetticisme

 

Je kunt op twee manieren over de wet spreken:

vanuit de genade

  • eerst gered, dan de wet
  • leven naar Gods wet is geen betaling van de verlossing, ook geen betaling achteraf
  • het is de Geest, die de wet in het hart van de gelovige schrijft
  • je verdient niks met het houden van de wet, Jezus heeft alles al verdiend.
  • het leven volgens de wet is een genadegeschenk van Christus
  • leven volgens de wet is een manier om je liefde  en dankbaarheid voor God tot uitdrukking te brengen.
  • God is je Vader, niet je baas

vanuit een wetticistisch schema

  • als jij je best doet zal God je zegenen
  • je leeft naar de geboden om gered te worden
  • je houdt de wet omdat je bang bent je verlossing kwijt te raken
  • je leeft vanuit een moeten
  • God is meer je baas en beoordelaar, dan je Vader

Het is ongelofelijk belangrijk om bij de behandeling van de geboden steeds duidelijk te maken dat we vanuit de genade bezig zijn. Het accent zal moeten vallen op het feit dat het nieuwe bevrijde leven naar Gods wil, een leven is dat Hij in ons wil werken door zijn Geest.