Hofstad Catechismus – Vraag 19 en 20

Is er een weg om aan de straf te ontkomen en teruggebracht te worden in Gods gunst?

 

Ja, God verzoende Zichzelf met ons, om Zijn recht te vervullen, uit enkel en alleen genade en verlost ons van de zonde en de straf op de zonde door een Verlosser.

 

Jesaja 53:10-11
Maar de HEER wilde hem breken, hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich.

 

Wie is de Verlosser?

De enige Verlosser is de Heer Jezus Christus, de eeuwige Zoon van God, in wie God mens werd en Zelf de straf droeg voor de zonde.

 

1 Timoteüs 2: 5
Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus.

 

1. Intro

Denk er allemaal even over na hoe je de volgende zin zou afmaken: Jezus kwam naar deze wereld om…………..
Laat iedereen nu kort vertellen hoe hij of zij de zin heeft afgemaakt. Bespreek kort de eventuele verschillen.

2. Filmintro

Bekijk de filmpjes. Na elk filmpje is er kort gelegenheid voor hen die iets willen noemen uit het filmpje dat hen geraakt heeft.

 

 

 

3. Verwerking

Bijbelstudie: 2 Korintiërs 5: 17-21 (Verzoening)

  • Lees samen het onderstaande gedeelte uit Paulus’ tweede brief aan de Korintiërs.
  • Daarna leest ieder voor zich nogmaals het gedeelte. Noteer daarbij een vraagteken bij de woorden die vragen oproepen, een uitroepteken bij die woorden die iets heel duidelijk voor je maken.
  • Bespreek daarna samen het gedeelte. Loop eerst even de vraagtekens langs, en dan de uitroeptekens.

2 Korintiërs 5: 17-21
17 Daarom ook is iemand die één met Christus is, een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen.
18 Dit alles is het werk van God. Hij heeft ons door Christus met zich verzoend en ons de verkondiging daarover toevertrouwd.
19 Het is God die door Christus de wereld met zich heeft verzoend: hij heeft de wereld haar overtredingen niet aangerekend. En ons heeft hij de verkondiging van de verzoening toevertrouwd.
20 Wij zijn gezanten van Christus, God doet door ons zijn oproep. Namens Christus vragen wij: laat u met God verzoenen.
21 God heeft hem die de zonde niet kende voor ons één gemaakt met de zonde, zodat wij door hem rechtvaardig voor God konden worden.

Bespreek daarna de volgende vragen (tenzij ze al aan de orde geweest zijn)

  • Hoe doe je dat ‘je met God laten verzoenen’ (Vrs 20)?
  • Wat is het resultaat van de verzoening (vrs 17)? Kun je dat ‘nieuwe schepping’ zijn voor jezelf concreet maken?
  • Welke rol speelt de verzoening in jouw geloofsbeleving?
  • Het woord dat Paulus in deze tekst voor verzoening gebruikt, gebruikt hij ook in de volgende teksten: 1) Romeinen 5: 10-11, 2) Romeinen 11: 15, 3) Efesiërs 2: 14-17 en 3) Kolossenzen 1: 19-22.
    Verdeel deze teksten, bespreek ze kort per groepje, en laat elk groepje de betreffende tekst kort presenteren.

Jezus Christus onze Heer

Voor ons zijn de woorden ‘Jezus’ ‘Christus’ en ‘Heer’ vaak uitwisselbare manieren om Jezus aan te duiden of aan te spreken. Toch heeft elk van die woorden z’n duidelijk eigen betekenis:

  • Jezus is een naam. Het is de vergriekste vorm van de hebreeuwse naam Jozua, en betekent ‘Jahwe redt’.
  • Christus is de griekse vertaling van het hebreeuwse Messias en betekent: gezalfde. De joden verwachten op grond van Gods beloften de komst van de Messias, de beloofde koning, de zoon van David.
  • Heer (In het grieks Kurios) was een gewone beleefde aanspreekvorm (Vergelijk ons ‘mijnheer/ meneer’). Maar in de griekse vertaling van het Oude Testament werd dit woord gebruikt om de naam ‘Jahwe’ weer te geven. De Romeinen vereerden de keizer als heer.

Verdeel de groep in drieën. Elk groepje krijgt 15 minuten voor de volgende opdracht:

  • Groep 1 gaat na wat de naam Jezus betekent. Daarvoor lezen en bespreken ze de volgende teksten: Matteüs 1: 21, Handelingen 4: 11-12 en eventueel vraag en antwoord 29 van de Heidelbergse Catechismus. Bespreek ook wat het voor ons betekent dat Jezus zo heet.
  • Groep 2. gaat na wat het betekent als we Jezus Heer noemen. Daarvoor lezen en bespreken ze de volgende teksten: Filippenzen 2: 6-11, 1 Korintiërs 8: 5-6 en eventueel vraag en antwoord 34 van de Heidelbergse Catechismus. Bespreek ook wat het voor ons betekent dat we Jezus Heer noemen.
  • Groep 3. gaat na wat het betekent als we Jezus Christus noemen. Daarvoor lezen en bespreken ze de volgende teksten: Johannes 1: 40-46, Lukas 1: 32-33 en eventueel vraag en antwoord 31 van de Heidelbergse Catechismus. Bespreek ook wat het voor ons betekent dat Jezus de Christus is.

Daarna presenteert elk groepje wat ze besproken hebben aan de hele groep.

Bijbelstudie Leviticus 16 (Als er voldoenden tijd voor is)

Lees samen Leviticus 16: 1-22, en bespreek daarna de volgende vragen:

  1. Welke indruk maakt dit verzoeningsritueel op jou? Missen wij vandaag de dag zoiets?
  2. Probeer met elkaar zo gedetailleerd mogelijk aan te geven hoe de verschillende onderdelen van wat er gebeuren moest door het lijden en sterven van Jezus vervuld zijn.

Gesprekspunten

  • Is er verschil tussen vergeving en verzoening?
  • Deze catechismus tekent de betekenis van Jezus lijden aan het kruis als ‘verzoening door voldoening’. Zou je nog andere manieren kunnen noemen om de betekenis van het kruis te omschrijven?
  • Wat betekent Gods verzoening met ons voor onze verzoening met elkaar?
  • Zie jij Jezus als jouw verlosser? Wat betekent dat voor jou?
  • Het Nieuwe Testament benadrukt dat Jezus ons met zijn bloed gekocht heeft (beeld van een slavenmarkt) en dat we nu van Hem zijn (zie b.v. 1 Korintiërs 6: 20 en 1 Petrus 1: 18-19). Hij is onze Heer. Wat betekent dit voor je? Verandert het je leven?
  • Sommigen hebben moeite met een God die offers vraagt en spreken van ‘bloedtheologie’. Kun je je dat voorstellen? Hoe zit je daar zelf in?
  • Kun je voorbeelden noemen van mensen in het Oude Testament die optraden als middelaar tussen God en mens? Wat lieten zij zien van Jezus? Wat leer jij van hen?

4. Gebed

(suggesties voor gebedsvormen)

  • Het gebed bestaat uit drie delen. In het eerste deel concentreren we ons erop dat Jezus onze Redder is, in het tweede deel dat Hij de Christus, de beloofde Messias, is, en in het derde deel dat Hij onze Heer is. Uit elk van de drie groepjes (zie onder b.) is er één persoon die voor gaat in gebed.
  • Degene die het gebed leidt geeft aan dat ieder die wat naar voren wil brengen in gebed dat kan doen, daarna bidt hij/zij zelf en het gebed wordt afgesloten met een gezamenlijk uitgesproken Onze Vader.

Achtergrondmateriaal

(bedoeld voor degene die de avond voorbereidt, en voor wie zich er wat extra in willen verdiepen)

Jezus’ dood aan het kruis liet zien dat Hij Zich wilde opofferen. Opoffering is echter alleen een deugd als daardoor iets bereikt wordt. Wie met gevaar voor eigen leven een brandend huis binnengaat om een kind te redden, is een held. Wie hetzelfde doet zonder dat er iemand in huis is, is gek of levensmoe. Wat bereikte Jezus met het offer van zijn leven?

 

Mensen die geloven dat de dood van Jezus cruciaal is voor hun leven, hebben dat op allerlei manieren onder woorden gebracht:

 

  • Hij heeft mij gered. Ik was verloren en verdiende Gods straf, maar Hij nam die in mijn plaats voor zijn rekening (Joh. 3:16; 1 Tim. 1:15).
  • Ik was vervreemd van God en stond schuldig tegenover Hem, maar Jezus heeft mij met God verzoend (2 Kor. 5:19; 1 Joh. 2:2).
  • Ik was in de macht van het kwaad, maar Hij heeft mij losgekocht (Mar. 10:45).
  • De zonde had mijn leven vervuild, maar met zijn bloed reinigt Jezus mij van de zonde (1 Joh. 2:2).
  • God is mijn rechter en ik had de zwaarste straf verdiend, maar dankzij Jezus’ dood aan het kruis ben ik gerechtvaardigd en is het weer goed met God (Rom. 3:25-26).
  • Ik leefde in het duister, maar Jezus heeft die duisternis weggenomen, zodat ik nu leef in het licht (Joh. 12:46; Ef. 5:8).
  • Toen Jezus gekruisigd werd stierf mijn leven zonder God. Nu heb ik een nieuw leven, samen met Hem (Rom. 6:6-11; Gal. 2:19-20).

 

Het gemeenschappelijke van al deze uitspraken is dat ze benadrukken dat Jezus stierf in onze plaats (En dat is precies wat de profeet Jesaja al aangekondigd had. Zie Jesaja 53:3-6).

 

  • Over Grote verzoendag

Je kunt het boek Leviticus beschouwen als het centrale boek, het hart van de vijf boeken van Mozes (Samen heten deze vijf boeken ‘Thora’ of ‘Pentateuch’). Het hart van het boek Leviticus is het middelste hoofdstuk: Leviticus 16. Dit hoofdstuk wijst het volk hoe het zich moet reinigen, boete moet doen, en zich met God moet verzoenen. Je kunt de voorschriften over de Grote Verzoendag (Jom Kippoer) niet begrijpen, als je vergeet dat ze een voorafschaduwing zijn van de werkelijkheid die nog zou komen, en die werkelijkheid is Christus (Kol. 2:16-17).

 

Vooral het boek Hebreeën in het Nieuwe Testament laat zien hoe de hele eredienst met zijn offers, priesters enz. door Jezus is vervuld. Hij is de ware hogepriester.